
Tussen werknemersparticipatie en ultrakapitalisme
- Peter Logghe
- 27/01/2025
Jaarlijks organiseert de rechtse Italiaanse partij, Fratelli d’Italia (FdI) een feestelijke partijbijeenkomst, Atreju, dit jaar in het Circo Massimo in Rome. Dit feest, het 25ste, kreeg de titel La via italiana en kan gerust als historisch worden bestempeld. Niet omdat de Fratelli d’Italia intussen een tijd de Eerste Minister van Italië leveren, maar wel omdat deze editie de twee verschillende (en soms tegengestelde) economische keuzes aanduidde, waarvoor steeds meer rechtse partijen zich gesteld zien: aan de ene kant een sociale en participatieve visie, onder andere met werknemersparticipatie in de bedrijven, aan de andere kant een radicaal liberalisme, belichaamd door een figuur als Javier Milei, president van Argentinië, en aanwezig op dit Italiaanse feest. Gaat rechts voor een sociaal gecorrigeerde markteconomie of voor een libertair kapitalisme?
Deze elektronische Nieuwsbrief staat ver van partijpolitiek, in België maar ook in Europa. Maar dat belet ons niet oog en oor te hebben voor wat zich op het partijpolitieke vlak in Europa afspeelt. Deze economische keuze dringt zich steeds meer op, naarmate uitgesproken rechtse partijen tot regeringen toetreden, en het beleid vorm moeten geven.
Een van de belangrijke tussenkomsten op dit partijfeest van de Italiaanse FdI was die van de Italiaanse minister van Werk, Elvira Calderone. Ze stelde er een wetsontwerp voor om de participatie van werknemers in het bestuur van ondernemingen (en in hun winsten) te versterken. Een wetsontwerp dat volledig conform is met het artikel 46 van de Italiaanse Grondwet, dat het medebeheer van werknemers grondwettelijk verankert.
Aan de andere kant was er de tussenkomst van Javier Milei, die een gekend voorstander is van het ultraliberalisme, en die een staande ovatie kreeg na zijn toespraak. Maar er ontstond ook onmiddellijk discussie, want het beleid van Milei is gefocust op de ontmanteling van publieke diensten en op de beperking van de staatsbevoegdheden tot haar absolute en minimale kerntaken. Een beleid dat haaks lijkt te staan op de waarden van solidariteit en participatie, en op een sociaal gecorrigeerde markteconomie.
Dat Milei, die wordt gepercipieerd als een anti-establishment figuur, zoveel enthousiasme opwekt, lijkt gerechtvaardigd: zijn kritiek op parasitaire economische systemen mag dan grotendeels goed onderbouwd zijn, maar staat zijn programma van systematische ontmanteling van publieke structuren niet haaks op de idealen van sociaal rechts?
Niet alleen de regeringspartij Fratelli d’Italia staat voor belangrijke keuzes. Het komt erop aan de nationale identiteiten te verzoenen met de economische realiteit. Die keuzes zullen zich gaandeweg opdringen in alle Europese staten waar rechts aan de macht komt of gekomen is.