Nieuwsberichten

‘Ethel in wonderland’ - Hoe de Amerikaanse Ethel Portnoy een Nederlandse schrijfster werd

  • Luc Pauwels
  • 15/12/2024

Dit is het twaalfde boek van Jan de Rooy, nu over het turbulente leven van de schrijfster Ethel Portnoy (1927-2004), de vrouw van de bekende Nederlandse schrijver en dichter Rudy Kousbroek (1929-2010). Ethel wordt in Philadelphia geboren uit Russisch-Poolse ouders en woont in de jaren 1930 met haar ouders en broertje Bernard in Park Road - niet te verwarren met Park Avenue. Ze ontluikt in het Hunter College, New York.

Jan de Rooy schakelt vrij vlug over op de ik-vorm. Wat volgt, is een adembenemend, boeiend levensverhaal, waarvan men op de ene pagina denkt dat het geschreven is door een historicus, door de aandacht voor het juiste detail en het respect voor de chronologie; en dan weer door een dichter, die verfijnd-luchtig de vrolijke kanten van haar leven weergeeft en dan weer ernstig, soms bedrukkend wat haar miskwam. Heel wat, niet samen te vatten.

Hunter College, dat ze zonder moeite doorloopt, heeft ook zijn nadelen: daar werd haar ‘ingeprent dat een vrouw haar echtgenoot moest ondersteunen in haar carrière en dat zij zich moest richten op haar moederlijke taak. Ik gruwde van die opvatting; stoppen met schrijven was voor mij geen optie’. Jaren later vertelt ze in een interview hoe het vanaf het moment dat ze letters aan elkaar kon schrijven, het voor haar duidelijk was dat zij alleen maar dát wilde doen: “Ik weet nog precies het moment dat ik besefte dat je anderen met woorden naar je hand kunt zetten”. Ook dat, natuurlijk.

Ethel Portnoy voelt zich al vlug aangetrokken door het oude Europa. In 1950 vertrekt ze met een beurs voor één jaar naar Frankrijk, met de Queen Elisabeth in vijf dagen van New York naar Cherbourg in Normandië. Uiteindelijk blijft ze er 20 jaar om daarna tot aan haar dood in Den Haag te wonen. In Parijs belandt ze in een groep Nederlandse dichters en schilders, waaronder naast Rudy Kousbroek, haar toekomstige echtgenoot, ook Remco Campert, Simon Vinkenoog, Karel Appel, Corneille, Lucebert en anderen die later 'De Vijftigers' worden genoemd. Geen saai gezelschap.

Ze besluit in Parijs geen vergelijkende literatuurwetenschap te studeren, maar culturele antropologie, bij beroemdheden als Claude Lévi-Strauss en Roland Barthes. In haar vaste, Nederlandse vriendenkring leert ze Nederlands. Een taal meer is voor haar geen probleem. Ze spreekt onder meer al Engels, Frans en Russisch. Haar moedertaal is Jiddisch, want ze is van Joodse komaf. Dat helpt voor het Nederlands. In het gezin Kousbroek wordt later voornamelijk Engels gesproken en met haar vrienden spreekt ze een eigenzinnig mengsel van Nederlands en Engels. Ze kijkt rond “met de ogen van een antropologe en daardoor zouden haar opmerkingen zelfs in het Swahili origineel zijn”.

Ethel woont nog in Parijs als ze in 1969 met Rudy een huis koopt in Den Haag “op de Koninginnegracht, just around the corner van de Sumatrastraat”. Ze verhuizen in 1970. In 1971 verschijnt bij Meulenhoff haar eerste boek, Steen en been en andere verhalen. Er volgen er nog tientallen. Portnoy schrijft in het Engels, “haar Engels”, al voelt ze zich een Nederlandse schrijfster. Haar boeken worden vertaald/aangepast door Kousbroek, later door hun dochter Hepzibah. De titel van haar bekendste boek is nu een gevleugelde uitdrukking in het Nederlands: 'Broodje Aap'. Voluit luidt de titel Broodje Aap. De folklore van de postindustriële samenleving (1978). De antropologe is nooit ver weg.

Naast Hepzibah, geboren in 1954, heeft het paar sinds 1965 ook nog een zoontje, Gabriel, later een bekende beeldende kunstenaar. Zijn zus is een zorgkind dat er te vroeg aan begint, soms spoorloos verdwijnt. Ze belandt toch in het spoor van haar moeder en wordt een opmerkelijke schrijfster en vertaalster. Als kind verzorgt Hepzibah Kousbroek de illustraties voor haar vaders boek De aaibaarheidsfactor (1969). Bij de publicatie is ze vijftien, maar de tekeningen heeft ze gemaakt toen ze tussen vier en zes jaar oud was.

Het huwelijk van Ethel en Rudy eindigt in een echtscheiding. Op 25 mei 2004 overlijdt Ethel Portnoy in Den Haag. Ze is dan 77. Op 30 mei wordt ze begraven in New York op het Jewish Cemetry van Westchester, tussen haar vader Joseph en haar moeder Esther. Zoon Gabriel heeft in zijn werk Kousbroek zijn getekende jeugdherinneringen uitgebracht. Een jaar na de dood van Ethel Portnoy komt de familie bijeen aan het graf. Hepzibah sterft in 2009 na een lang ziekbed. Een jaar later overlijdt haar vader. Op zijn begrafenis “heeft Remco Campert een lange toespraak gehouden waarin hij de naam van Ethel geen enkele keer heeft genoemd”.

Misschien kan dit boek van Jan de Rooy iets goedmaken. Het lezen is geen probleem, maar stoppen met lezen wel. De illustratie, vaak belangrijke facsimile-documenten uit het leven van Ethel Portnoy voegen er een waarheidsgehalte en een realisme aan toe, dat anders moeilijk was bereikt.

Top